strand

Alleen maar denken


‘Never is a men more active than when he does nothing, never is he less alone then when he is by himself.’ Deze quote van Cicero las ik op een strand in Kaapstad. Tien dagen nam ik om in Zuid Afrika collega’s op te zoeken. Ik richtte het ook in als tijd om te lezen en stil te staan bij wat ik dit jaar wil doen. Nu ik dit schrijf, terwijl ik uitkijk over Johannesburg en me klaar maak om vanavond weer terug naar Nederland te vliegen, begrijp ik die quote pas echt.

 

‘The life of the mind’

Toen ik haar boek open sloeg, las ik de vraag die door mijn hoofd spookte. Het stond in hoofdletters vermeldt in de inhoudsopgave. Waar zijn we als we denken? Een ongrijpbare, grote en gekke vraag, maar wel een die mij direct intrigeerde. Want wat is dat eigenlijk, denken? Waarom doen we het zoveel? En doen we het wel genoeg?

Het boek is 'The life of the mind' ('Denken' is de nederlandse vertaling) en zij is Hannah Arendt, een filosoof die veel dapper denkwerk heeft verricht. Dat begint met het op een rij zetten van denkwerk van anderen. Ik lees over vormen die gedachten kunnen aannemen en dat helpt als manier om er naar te kijken. Arendt schrijft over Plato, Socrates en Heidegger en hoe zij het denken vanuit vergelijking met natuurlijke elementen beschrijven. Ze noemen het de storm of wind die door je hoofd kan gaan. Een onzichtbare, niet te pakken stroom aan ideeën of flarden of.. ja, wat zijn het eigenlijk? Het geven van woorden aan deze ‘wind’, of het nu gesproken of geschreven is, gaat over het bevriezen van die lucht. Het maakt wat je denkt tastbaar, bespreekbaar, maar dus ook minder vloeibaar.

Niet slimmer of wijzer

Denken en wijsheid heeft niet perse met elkaar te maken, zegt Arendt. Het levert niet altijd meer kennis of rede op, heel hard of veel over iets nadenken. Denken hoeft geen doel te hebben, soms zelfs liever niet. Maar daarmee kan het maar blijven gaan, bijvoorbeeld tot je het gevoel hebt het juist helemaal niet meer helder te hebben door al dat gedenk. Het volgen van die wind, of het erin blijven, is een uitdaging zegt Arendt. Zeker als hij zo aanzwelt dat hij je omver lijkt te blazen. Dan kun je schuilen in bevroren gedachten; het delen of schrijven helpt om aan een hevige storm te ontkomen.

Waarom is die wind uitdagend, vraag je je misschien af? Het is in die wind waar een innerlijke dialoog zich afspeelt, daar voer je het gesprek met jezelf. Waar een gesprek met vrienden in de kroeg over ingewikkeldheden niet eens om veel ‘denkwerk’ vraagt, het blijft immers enkel bij het uitwisselen van ideeën of woorden, is het gesprek in jezelf er wel een die Arendt als echt denken betitelt. Dat is wanneer je dualiteit in je zijn ervaart en degene bent die zowel de vragen stelt, als de antwoorden geeft. En wanneer het dus een echte activiteit wordt, het denken. Daar kom je jezelf tegen, vind je tegelijkertijd meerdere dingen van datgeen wat je je afvraagt. En vraag je je meerdere dingen af over de dingen die je vindt.

 

Ontsnappen aan de wind

Om echt denkwerk te verrichten, is het belangrijk dat die interne vragensteller en interne verteller met elkaar door één deur kunnen. Het zijn je geweten en je bewustzijn die met elkaar spreken. Arendt: ‘The partner who comes to life when you are alert and alone is the only one from who you can never get away – except by ceasing to think.’ Dit spreekt bij mij direct tot de verbeelding. Als ik terug denk aan iets waarvan ik vind dat ik het niet goed heb gedaan, hoor ik al snel een stem die zegt ’niet aan denken!’. Dan begin ik te neuriën, dat geluid helpt me om uit mijn hoofd te komen. Of check ik even snel Facebook op mijn telefoon. Terwijl die spanning en het daardoorheen-denken misschien wel precies is waar het echte denken over gaat.

 

Wat brengt dit ‘denken’?

Denken als de wind dus, een metafoor die direct leuke dingen opleverde. Alleen al omdat ik samen met mijn reisgenoot begon te praten over ‘een winderig gevoel’. En we pas veel later doorhadden hoe grappig en gek dat eigenlijk klonk. De zin ‘iets in de wind slaan’ kreeg ook een andere betekenis. Iets meenemen of inbrengen in de wind in mijn hoofd is ineens het meest betekenisvolle wat ik met een advies van iemand kan doen.

Het scherpt één van mijn voornemens voor dit jaar aan. Ik dacht er over om stelliger te worden, euh, ik bedoel natuurlijk dat ik dit besloot. En nu voel ik dat het niet alleen gaat over stelliger worden in gesprekken met anderen, maar juist over zoeken naar die stelligheid ín mijzelf. Dus de waarden of betekenissen die ik aan dingen of acties of gebeurtenissen toeken, explicieter maken. Door dingen die ik vind door te vertalen naar principes of overtuigingen en zodoende mijn geweten of innerlijke kompas te voeden door stellig te zijn. Zodat ik ze vervolgens kan uitdagen, bevragen, wegen. Overdenken.

En ook het voornemen om minder naar mijn telefoon te graaien, onderschrijf ik bij deze. Die momenten dat ik afleiding zoek, zijn hét moment om in de wind te blijven. Wat schuurt in het gesprek tussen die interne vragensteller en interne verteller als ik geneigd ben om er uit te stappen? Dat is iets wat ik mezelf wil blijven afvragen. Want het levert uiteindelijk altijd wat op, volgens Arendt. ‘The manifestation of the wind of thought is not knowledge, it is the ablity to tell right from wrong, beautiful form ugly. And this, at the rare moments when the stakes are on the table, may prevent catastrophes, at least for the self'.

 

Deze blog verscheen ook op Take A Step.