stories2

Maken verhalen de wereld beter?


“It is impossible to think of my life, without thinking about the books I have read”. Met deze woorden opende de Autralische filosoof Damon Young filosofisch festival ‘De Verhalenvertellers’. Het hadden net zo goed mijn woorden kunnen zijn. Mijn eigen levensverhaal is verweven met de vele verhalen die ik las als kind en volwassene. Laatst vroeg ik een groep leiders van een multinational naar de meest betekenisvolle verhalen en helden uit hun jeugd. Ik was blij verrast dat ze enthousiast de verhalen van hun jeugdhelden deelden en dat deze hen zelfs nu nog troost en aanknopingspunten voor handelen bieden. Dit bevestigt mijn beeld dat verhalen van levensbelang zijn. Maar maken ze ook de wereld beter zoals Filosofie Magazine schrijft ter introductie op het festival?

 

Ik vraag me de laatste tijd steeds vaker af hoe betekenisvolle micro-praktijken en –gebaren zoals het lezen en vertellen van verhalen een mogelijke bijdrage leveren aan de grote vragen van onze tijd. En wat bedoelen we eigenlijk als we het hebben over verhalen? Een sprookje of een goede roman? Of ook een groter verhaal of discours in de samenleving? En misschien nog belangrijker: wat voor soort verhalen helpen dan om de wereld beter te maken? Hoe kunnen we het potentieel van verhalen om de wereld te verbeteren nog meer inzetten of benutten?
 

Goede en slechte, kleine en grote verhalen

Zo eenduidig is dat niet. Zo waarschuwde Leon Heuts voor de potentieel destructieve kracht van verhalen. Vooral in een tijd waarin er geen absolute waarheden meer bestaan: hoe ga je om met een president-elect die het verhaal vertelt dat er geen klimaatcrisis bestaat? Pleit dit niet juist voor meer ‘logos’ en feiten dan ‘mythos’ en verhalen? Hoe maken we een onderscheid tussen goede en slechte verhalen zonder af te doen aan de reële emoties en ervaringen die onder dit verhaal zitten?

 

Heuts is op zoek naar een nieuw groot verhaal dat inspireert, verbindt en ruimte laat voor verschil. Terwijl ik naar hem luister denk ik aan wat Hans Achterhuis vlak daarvoor zei: grote verhalen over hoe de samenleving eruit zou moeten zien blijven gevaarlijk en hebben de neiging totalitair te worden. Hij vond in het werk van Thomas More naast zijn bekende Utopia over een ideale samenleving ook zogenaamde ‘micro-utopieën’. Kleine verhalen die niet alleen vertellen over, maar ook aanzetten tot actie. En die gaan over mensen en hun persoonlijke verhalen in plaats van een blauwdruk voor de samenleving als geheel. Misschien is het onderscheid tussen kleine en grote verhalen wel belangrijker dan dat tussen goede en slechte verhalen.
 

Wat-heid en wie-heid

Maar waarom zijn verhalen dan überhaupt belangrijk en waarom juist in deze tijd? Joke Hermsen citeert in dit kader de woorden van Hannah Arendt: ‘Op de vraag ‘wie ben ik?’ luidt het beste antwoord nog altijd: sta me toe een verhaal te vertellen’. Wie ben ik? Ik kan vertellen hoe oud ik ben, wat mijn beroep is, waar ik woon en wat mijn hobby’s zijn zonder echt antwoord te geven op deze vraag. Al deze antwoorden zeggen alleen iets over wat ik ben, en niet over wie ik ben.

 

Volgens Hermsen komt iemands wie-heid tot uiting in het spreken en handelen in het nu, al verhalen vertellend. En ze doet een gepassioneerd betoog voor een samenleving waarin we mensen niet zien in hun wat-heid, maar in hun wie-heid. Door naar elkaar te luisteren en elkaars verhalen te leren kennen. En elkaar niet te ‘verdingen’ maar als mensen te blijven zien. Het doet me denken aan Chimamanda Ngozi Adichie’s betoog tegen ‘single stories’ over de ander.
 

Nieuwe werelden creëren uit verhalen

Ik hoor de woorden van Hermsen vooral als een uitnodiging om met meer verschillende mensen in gesprek te gaan en hen uit te nodigen hun verhaal te vertellen. Echte verhalen, van echte mensen. Hoewel Leon Heuts net als Aristoteles beargumenteert dat mythos misschien wel net zo waar is als logos. Een goed toneelstuk of een goede film over een maatschappelijk relevant onderwerp kunnen net zo goed binnenkomen en de wereld veranderen.

 

Ik keek twee weken terug de film ‘I, Daniel Blake’ van de Britse regisseur Ken Loach over armoede en de onmacht om gezien te worden door de overheid en draag nog steeds de woede en verontwaardiging bij me. Maar ook het lezen van romans is volgens Daman Young een manier om nieuwe levenservaringen op te doen en daarmee mensen in hun wie-heid te zien en ontmoeten. En lezen is volgens Young allesbehalve een passieve activiteit: the reader turns words into worlds. In het klein laat dit in ieder geval de potentie van verhalen zien om nieuwe werelden te creëren en daarmee de wereld te verbeteren of veranderen. En misschien kunnen we door steeds meer van dit soort kleine verhalen te vertellen langzaam de grote verhalen veranderen.