Leren van fouten – welke vragen kun je stellen?

Cette page n'est pas disponible en français Choisissez langues
Néerlandais, Anglais


Met een opschrijfboekje en potlood op schoot zit ik helemaal klaar voor de lezing. Direct bij de start krijgen we als publiek een vraag te beantwoorden: "Wat is de grootste fout die je onlangs gemaakt hebt?". Het verzoek is om hier zelf over na te denken en je antwoord dan met je buurman of buurvrouw te bespreken. Tot mijn verbazing blokkeren mijn hersenen. Ik probeer het goede ‘laatje’ in mijn geheugen te vinden maar het lukt me niet om de plaats te vinden waar mijn fouten liggen opgeslagen. Laat staan dat ik het vakje 'grote fouten' vind. Mijn buurvrouw heeft hetzelfde. Een wonderlijke ervaring. Want we weten beiden hoe belangrijk 'leren van fouten' is, we doen er zelfs onderzoek naar. Maar deze vraag, hoe logisch hij ook lijkt, kunnen we niet beantwoorden.
 

Als je talent hebt, kun je het wel toch?

De lezing waar ik hier over schrijf is georganiseerd door de School of Life. Ze hebben filosoof en journalist Matthew Syed uitgenodigd om te vertellen over het leren van fouten. Hij ziet een fout als een 'sub-optimal outcome' en beschrijft deze als de beste aandrijver van leerprocessen. Ze zetten ons in beweging. Met een persoonlijk voorbeeld licht hij dit toe. Syed heeft zelf op hoog niveau tafeltennis gespeeld en werd geroemd om zijn snelheid. Op een bepaald moment ontmoet hij een oud-tennisprof voor een interview. Hij daagt deze uit voor een potje op de baan en vermoedt dat hem dit gemakkelijk af zal gaan. Met mijn snelheid, denkt Syed, moet dat een fluitje van een cent zijn. De tijd die je hebt om een bal te raken op de tennisbaan is door de grotere afstand immers vele malen meer dan bij tafeltennis.

 

Overmoedig begint hij aan de match. Je voelt het al aankomen: hij wordt genadeloos ingemaakt. Terwijl hij de service van zijn tegenspeler bekijkt en volgt waar de bal heengaat, haalt de bal hem in. Voor hij zich ook maar kan bewegen, hoort hij de de bal achter zich de muur raken. Dit zit hem niet lekker, en hij gaat daarom op onderzoek uit. Met een tennis-expert bekijkt hij video-opnames van de wedstrijd. En dan ontdekt hij iets bijzonders…. De expert ziet al dat Syed de bal met geen mogelijkheid zal raken nog vóór zijn tegenstander de bal geserveerd heeft. Het kunnen ‘halen’ van de bal heeft meer te maken met de oefening in kijken. En heeft nagenoeg niets te maken met het abstracte talent 'snelheid' dat hij eerder altijd dacht te bezitten. Het idee dat hij door zijn snelheid al die tafeltennisprijzen in de wacht wist te slepen, en ook wel een potje tennis zou kunnen winnen, blijkt onjuist…

 

Een groot vraagstuk vraagt een stap-voor-stap-aanpak

Syed concludeert dat zijn succes in het tafeltennissen veel meer van doen had met zijn de jarenlange oefening in de praktijk en met het fijnslijpen van zijn bekwaamheden. En veel minder met zijn snelheid. Hij stuit op het idee van de op leren gerichte mindset versus de op prestatiegerichte mindset. Als je gelooft in de mythe van talent (je hebt het of je hebt het niet -> een 'fixed mindset') dan zul je altijd bang zijn om fouten te maken. Terwijl je, als je gelooft in de kracht van oefenen (je kunt je voortdurend verbeteren en kleine stappen maken -> een groeimindset), bijzondere resultaten kunt blijven bereiken. Syed had die groeimindset. En die bleek van grote invloed op zijn succes.

 

Leren, stelt Syed, is het steeds beter kunnen omgaan met complexiteit. Of het nou gaat om het worden van proftennisser of om het oplossen van een ingewikkeld vraagstuk zoals het verbeteren van patiëntveiligheid in een ziekenhuis: je kunt het nóóit in een keer oplossen. Het vraagt een stap-voor-stap-aanpak waarbij je telkens een marginale verandering teweeg kunt brengen. Je leert voortdurend van je fouten en dat leidt uiteindelijk tot succes. Een onderzoekende en nieuwsgierige houding is cruciaal in dit soort complexe situaties, stelt hij.

 

'Words create worlds'

Ik volg het verhaal en herken me in zijn pleidooi voor stap-voor-stap ontdekken. Maar er zit me ook iets dwars: als leren van fouten zo belangrijk is, waarom vind ik het dan toch moeilijk om die vraag te beantwoorden over mijn eigen grootste fout? Ik begin het idee te krijgen dat de taal hierin een belangrijke rol speelt. De woorden die je kiest, bepalen immers hoe iets binnenkomt in je hoofd. Vergelijk de volgende zinnen met elkaar:

  • "En toen maakte iemand een fout”.
  • "En toen deed iemand iets dat niemand verwachtte".

 

Als je hiermee een verhaal zou beginnen, zouden het twee compleet verschillende teksten worden. Terwijl er dezelfde gebeurtenis aan ten grondslag kan liggen. Ik vermoed dat voor mij geldt dat het zoeken naar een 'fout' gelijk is aan zoeken naar iets 'verkeerds', iets 'stoms' dat er eigenlijk niet zou moeten zijn. Stomme en verkeerde dingen vergeet ik liever dan dat ik ze goed vindbaar opsla in mijn hoofd. Direct vragen naar fouten blokkeert vaak het gesprek. In het onderzoek dat we nu doen in Duitsland, Zuid-Afrika en Nederland naar leren van fouten merken we dit ook regelmatig.

 

Bruikbare vragen om fouten op te sporen

Mijn veronderstelling is dat we, om te kunnen praten over fouten en ze op te sporen om ervan te leren, andere ingangen nodig hebben. Ingangen die ertoe leiden dat je die 'suboptimale uitkomsten' weer terug kan vinden. Met behulp van literatuur en ervaringen in de praktijk, geef ik hieronder vijf manieren om 'fouten' op te sporen waar je van kunt leren. Zonder dat je de vaak blokkerende vraag hoeft te stellen: 'wanneer maakte jij een fout?'.
 

Wanneer deed je iets dat anders uitpakte dan je verwacht had?
Hiermee kom je 'action-errors' op het spoor. Dit zijn geen versprekingen of taalfouten, maar actie-fouten. Onbedoelde afwijkingen van gestelde regels of gemaakte plannen. Of acties die voortkomen uit een gebrek aan kennis. Zie Frese & Keith (2015).
 
Welk goed idee van jou kan in de praktijk nog wat verbetering gebruiken?
Het type 'fout' dat je hiermee op het spoor komt is een ‘rakeling’. Een rakeling is iets dat je hebt ondernomen, maar dat niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Of, zoals het woord zegt, net niet. Je hebt het idee dat je iets op het spoor bent, of er al haast bent, maar dat nog een extra actie nodig is. Zie Doornbos en ook bijvoorbeeld Ramon Vullings op http://www.rakeling.nl/.
 
In hoeverre weet jij wat de impact is van het werk dat jij doet?
Deze vraag helpt om je 'blinde vlek' op te sporen. Blinde vlek is een biologisch begrip dat verwijst naar een stuk netvlies achter in het oog waar geen zintuigcellen zijn. Op die plaats zijn we dus blind. Samen met enkele collega’s bij Kessels & Smit ben ik gestart met systematisch onderzoek naar de impact van ons werk. Zie deze weblog met verwijzingen naar het onderzoek. Het weten waar je (gewenste) impact hebt, en weten waar dat niet het geval is, helpt om je blinde vlekken op het spoor te komen.
 
Hoe zorgen jij en je collega’s ervoor dat je voortdurend je aanpak bijstelt en al doende slimmer wordt?
Als je wilt dat fouten maken geïntegreerd is in je dagelijkse werk moet je hiervoor een aanpak opzetten. Vaak zie je dat mensen die deze aanpak gebruiken helemaal niet verwijzen naar 'fouten'. Ze noemen het bijvoorbeeld een experiment dat niet leidde tot succes of een prototype waardoor je leerde wat de gebruikers niet wilden. Zie dit artikel over experimenteren als aanpak voor veranderen van Tjepkema (2010). En lees meer over prototyping als manier voor onderwijskundig ontwerpen (Nieveen, 1999).
 
Voor welke lastige vragen die jou bezig houden, probeer je "al vooruitstruikelend" oplossingen te vinden?
De vraag die me gesteld werd bij het begin van de lezing moedigde mij aan om een "grote fout" op te sporen. Mijn hersenen blokkeerden omdat ik het juiste laatje niet kon vinden. Bij mij maakt de omschrijving die Syed geeft van een fout, namelijk een "sub-optimal outcome", meer los. Er zijn zoveel vraagstukken waar ik mee bezig ben waarvoor ik nog niet de perfecte einduitkomst gevonden heb; waarbij ik maar wat "aanrommel" in de hoop vooruit te komen; waarbij ik mijn best doe om al "vooruitstruikelend" steeds dichter in de buurt van een oplossing te komen.

Zoals: Hoe houd ik het boeken-lezen goed bij en zorg ik ervoor dat het ongelezen leesvoer in mijn boekenkast zich niet opstapelt? Hoe kan ik de eindeloze stroom mails zorgvuldig beantwoorden maar zorg ik er ook voor dat het me niet te veel tijd kost? Het denken in "sub-optimal outcomes" is wat mij betreft een zeer zinvolle ingang om "grote fouten" op te sporen.
 
 
Dit is een (eerste) blog in het kader van een reeks over leren van fouten en leren van successen. Deze serie weblogs verschijnt in de aanloopt naar de FCE-onderzoekspraktijkdag op 22 april 2016. Voor meer informatie stuur een bericht aan Suzanne of Saskia.

 

This site uses cookies to improve its usability. See our statement for more information.
Close
Cookie consent