Deze week hadden we een gesprek met een manager met een echt 'sprankelbrein'. Een innovator, met altijd nieuwe plannen. Gesprekken daarover met medewerkers of collega's die direct enthousiast meedenken lopen perfect, daar krijgt hij ook energie van. Wanneer iemand daarentegen met een 'ja maar...' of bedenkingen begint, vindt hij de interactie lastiger. Dan stokt het gesprek al snel. Jammer, want daardoor mist hij interessante input. We spraken over manieren om juist in dat soort gevallen ook te blijven onderzoeken.
Een van de ideeën die bovenkwam is de 'omgekeerde brainstorm'-aanpak. Een techniek die we graag gebruiken omdat hij het 'tegendenken' juist aanmoedigt en benut. Verfrissend en effectief. Nieuw voor de manager met wie we in gesprek waren, dus hij gaat hem uitproberen!
Wat is het?
Zoals de naam al zegt gaat het hier om een andere manier van brainstormen. Je denkt niet na over mogelijke manieren om te bereiken wat je wilt. Maar je richt je gedachten op de vraag wat je moet doen als je juist het omgekeerde zou willen bereiken. Je draait de vraag om, bijvoorbeeld in:
- ‘Hoe zorgen we dat echt NIEMAND zin krijgt om mee te doen aan deze projectgroep?’ of
- ‘Hoe heb je als teamleider zo min mogelijk impact op het werk van je teamleden?’ of
- 'Hoe zorgen we ervoor dat deelnemers tijdens deze conferentie geen enkele andere deelnemer leren kennen?'
Dat opent creatieve manier van denken.
Wanneer helpt de werkvorm?
Door de vraag te keren, creëer je een ander perspectief om te kijken naar iets dat steeds maar niet lukt en wat je graag wilt veranderen. Het leidt tot nieuwe inzichten in situaties waarin je rondjes draait, of last hebt van kokervisie, en helpt ‘out of the box’ te denken.
De omgekeerde brainstorm is licht en snel, en vooral bij taaie en lastige vragen een leuke manier van ideeën genereren die veel kan opleveren. Je traint bovendien je eigen lenigheid in denken: ook een gesprek dat start met opmerkingen over waarom iets niet kan werken, kun je best benutten voor ideeën over wat je dan wel zou kunnen doen.
Hoe werkt het?
1: Formuleer de vraag
Formuleer je doel en resultaat in een basisvraag en keer de vraag om. Een wens als 'We willen graag dat alle medewerkers bij het nieuwe project ‘kennisdelen’ betrokken zijn’ verander je bijvoorbeeld in: 'Hoe zorgen we ervoor dat er geen enkele medewerker aan dit project wil meedoen?'
2: Brainstorm
Brainstorm over deze omgekeerde vraag: inventariseer suggesties en formuleer vragen. Mensen komen met opmerkingen als: 'Organiseer de bijeenkomsten vooral op onmogelijke tijdstippen!' 'Schrijf een onheldere uitnodiging' 'Laat mensen in het ongewisse over wat er met hun input is gedaan'... En passant wordt er veel gelachen en passeren ervaringen uit het verleden op een lichte manier de revue. Schrijf alle ideeën op een grote flap-over (of meer…). En vraag, waar dat helpend is, door: 'wat is een onmogelijk tijdstip?’ of 'wanneer is een uitnodiging onduidelijk?'.
3: Bedenk mogelijke acties
Zet de ideeën vervolgens één voor één om in het positief tegenovergestelde (wat moet je dus juist wel doen?). Schrijf bijvoorbeeld met een andere kleur stift het idee erbij: 'Organiseer bijeenkomsten op tijden die de medewerkers uitkomen'. 'Maak een mooie, persoonlijke uitnodiging'. 'Zorg voor goede terugkoppeling van wat er met resultaten wordt gedaan en vervolgstappen.' .... Er zitten veel open deuren tussen maar ook altijd een paar pareltjes.
4: Kies en werk uit
Kies een of enkele denkrichtingen die het meest aantrekkelijk lijken. Bijvoorbeeld door te stemmen als groep. Of – als de vraag van 1 persoon is – de probleemeigenaar te vragen. Werk ze vervolgens uit. Tip: zorg dat iemand de argumentatie vasthoudt (waarom denk je dat dit gaat werken….?).
Wie heeft dit bedacht?
Ere wie ere toekomt! Wij hebben deze werkvorm niet zelf bedacht, hoewel we hem regelmatig inzetten. We kunnen niet achterhalen wie de bedenker is, maar zouden het graag weten. Tips en referenties zijn dus welkom! De werkvorm staat ook wel bekend als 'keren is leren'.