kairos

Kairos bij zijn haarlok grijpen. Over reflectietijd en wedergeboortes


Werken als adviseur betekent, in mijn geval, niet enkel het doen van mooie en succesvolle trajecten. Het gaat ook wel eens niet goed. Ik ben bijvoorbeeld op dit moment in een niet zo succesvol verhaal betrokken. Het komt er op neer dat een collega en ik niet meer ‘nodig’ zijn bij een klant, na een traject van offerte maken, kennismaken, eerste stappen zetten etc. Dat is teleurstellend, want het is een mooi vraagstuk. Ook al ben ik op vakantie, in de stiltes tijdens een wandeling of zittend op het strand komt het verhaal weer boven. Zoals de hik die maar niet weg wil gaan. Ik kan er geen afstand van doen, of het opzij zetten. Het knaagt aan mij. Zit ik in werk- of vakantietijd? Ik kan er in ieder geval geen duidelijke scheiding in aanbrengen. Het werkverhaal zit het genieten in de weg.

 

Wat mij wat 'verkoeling' brengt is het boek van Joke Hermsen: Kairos, een nieuwe bevlogenheid. Ik lees het als een uit de stapel boeken die ik wil lezen voor mijn promotie over 'tijd en verandering'. Nu wil het geval dat Joke mij in haar boek uitlegt waarom een boek deze werking heeft. Een goed boek werkt als spiegel; het geeft niet zozeer antwoord op de vraag wat we zijn, maar wie we zijn. Het drijft ons weg bij de gehaaste kloktijd en brengt ons dichter bij de werkelijke, innerlijk beleefde tijd. Het is daarmee een 'oefenen in vrijheid' omdat een boek ons de ruimte geeft om ons eigen verhaal met nieuwe ogen te lezen.

 

Nataliteit

De filosofe Hannah Arendt (een aanrader op zich, die in het boek Kairos veel aandacht krijgt) introduceerde het begrip 'nataliteit' om de eigenschap van mensen te omschrijven. Wat ons mensen onderscheidt van dieren is ten eerste dat we kunnen denken. Doordat we kunnen denken kunnen we ook met onszelf in dialoog zijn en daarmee reflecteren op onze situatie. Ten tweede zegt Arendt, kunnen we iets nieuws beginnen uit de situatie waarin we ons bevinden - een tweede, derde en zoveelste geboorte. Onze eerste geboorte weerspiegelt vooral ons 'dna-geboorte' (wat we zijn) en de geboortes daarna gaan er vooral over dat wij als talige wezens dit paspoort steeds opnieuw kunnen lezen en interpreteren. Als mens ‘ben’ ik niet, maar ik ‘word’. Dat doen we door deze interpretatie te delen in ons eigen netwerk van andere mensen. Hiermee bewijzen wij onze onverwisselbaarheid, onze uniciteit en onderzoeken we steeds opnieuw ons innerlijk (wie we zijn). Graag zou ik begrijpen wat er in mijn etterende klantverhaal is gebeurd, er lering uit trekken en hiermee een nieuw verhaal en daarmee een nieuw begin maken.

 

Kairotisch ogenblik

Kairos, daar gaat het boek over. Kairos is een Griekse figuur met een lange puntige haarlok en een weegschaal in de hand. Deze figuur had als belangrijkste rol het uiterst zorgvuldig wegen van timing en argumentatie. Om momentum te creëren moet je Kairos bij zijn haarlok grijpen. Het vraagt alertheid en geduld om op dit juiste moment te wachten en het Kairotische ogenblik te ontwaren. Op dit bijzondere moment wordt een bres geslagen tussen het verleden en de toekomst en is er een ogenblik waarop iets nieuws kan ontstaan. Kairos was in de Griekse mythologie gekoppeld aan Chronos, de god van de structuur en gelijkmatige tik van de klok. Kairos breekt als het ware in op de gelijkmatige tik en doet je tijdelijk de klok vergeten. Chronos is de praktische tijd waarmee we de wereld inrichten en ordenen, Kairos doet meer recht aan de eigen subjectieve ervaring van tijd. Juist vanuit deze twee perspectieven ontstaan bij mij nieuwe beelden bij het etterende klantvraagstuk.

 

Druk druk druk….

Ik kan niet voor de collega's spreken maar het is druk. Veel verschillende afspraken, rennen van de ene naar de andere afspraak en weinig tijd voor bezinning. In de auto terug naar huis elkaar nog even bellen om de bijeenkomst uit te denken, voor te bereiden in de trein op weg naar klant, dat soort dingen. Maar ook de klant, ik noem hem voor het gemak even Hans, heeft het ontzettend druk. Het idee is dat we Hans en zijn collega's zo snel mogelijk komen helpen bij het vraagstuk - er zijn ‘handjes’ gewenst. De interne druk bij de klant is groot. Chronos slaat de klok! In de gesprekken merk ik dat we regelmatig langs elkaar heen praten. Het is alsof je weet hoe je moet praten, maar de woorden komen er verkeerd uit.

 

In ons op taal georiënteerde adviseursambacht gaat het in mijn optiek over het bieden van variatie ten opzichte van hetgeen men al zegt en denkt en dat gaat soms gepaard met wat ongemak, maar nu blijft het gesprek regelmatig in het ongemak hangen. En dat zit hem ook in de wisselwerking met mijn collega's. Er is geen sprake van 'flow' in de zin van dat we elkaar steeds aanvullen en – voelen in onze interventies. Dat zorgt voor een extra spanning omdat het aantal gesprekspartners nu onverwacht groter wordt. En datzelfde lijkt zich ook weer af te spelen bij Hans en zijn collega's. Ook bij hen denk ik te zien dat men elkaar maar moeilijk weet te vinden. Ik hoor vooral wat er niet gezegd wordt. Het lukt me maar niet om Kairos bij zijn haarlok te grijpen ...

 

Taal om ons te verbinden

Mijn echte teleurstelling zit niet zozeer in het feit dat ik niet meer welkom bij de klant. Het is natuurlijk geen leuke boodschap: "We gaan het toch zonder u proberen". Waar ik echt last van heb, wat doorettert, is dat werkelijke contact niet heeft plaats gevonden. Ik heb het innerlijk van anderen niet leren kennen en andersom ook niet – we hebben elkaar niet gevonden.

 

In het boek van Hermsen lees ik dat individuen in wezen geïsoleerd zijn van anderen en dat we in het leven slechts door taal steeds weer kunnen zoeken naar de woorden en de klanken om ons aan anderen te verbinden. Dat het deze keer niet lukt maakt mij melancholisch, maar omdat ik opnieuw kan beginnen schuilt hier ook de hoop in dat ik hier een volgende keer een nieuw en anders verlopend verhaal over mag schrijven. Met dat in gedachten ga ik dan nu toch maar vakantie vieren. En het boek Kairos, een nieuwe bevlogenheid uitlezen.