Unknown 111812870422

Coaching: hoe is het voor je als alles er mag zijn?

This page is not available in English - View in Dutch:


Ooit las ik een mooie zin die voor mij de kern van coaching raakt. ‘Ik ben er. En als dat dan zo is, leg ik mijn pad naast het jouwe en loop ik met je mee’. Volgens mij draait het daar om, in je rol als coach. Ruimte maken voor een ander om zijn of haar vraagstuk te verkennen of in een nieuw licht te zien. Juist door naast iemand te staan. En zonder oordeel te onderzoeken wat er in het hier en nu is. Waardoor de coachee in rust kan ontdekken wat er bij hem of haar werkelijk speelt.

Dat lost niet altijd in een keer een vraagstuk op, maar dat hoeft ook niet. Daarvoor zijn coachvragen vaak te complex. Als een vraagstuk anders aanvoelt na de coaching – lichter, of met meer aanvaarding, of vertrouwen – dan heb je samen al veel bereikt. Misschien draait het daar zelfs wel om. Om daar te komen kunnen we werken met hoofd, hart en buik. Oftewel: cognitie, verlangen en gevoel.

 

Buik – in contact met je lichaam

Een vraagstuk kunnen onderzoeken vraagt allereerst dat je er helemaal bij aanwezig bent. Lichaamsbewust werken helpt daarbij – ons lijf is een bron van informatie. Daarom geef ik het ‘voelen’ graag een plek in coaching. Dat kan al heel eenvoudig, door bijvoorbeeld een aantal rustige ademhalingsoefeningen te doen bij de start. En een coachee te vragen de voeten stevig op de grond te zetten. Dat helpt iemand aarden of gronden. Een goed startpunt om te bekijken: ‘Welke vragen komen bij je boven? Waar gaat je aandacht naar uit?’

 

Gedurende het gesprek keer ik er vaak even naar terug: ‘Hoe voelt de situatie nu? Wat voor gevoel roept deze nu bij je op?’ Stilte doet daarbij wonderen. Soms ontdekt een coachee dan dat er iets is veranderd. Meer lichtheid rond een vraagstuk dat eerst veel spanning opriep, bijvoorbeeld: ‘de knoop in mijn buik is weg.’ Het helpt om zo’n verschuiving te markeren. Als iemand zich anders tot de coachvraag of probleem verhoudt, is dat belangrijke vooruitgang.

 

Hart – de diepere wens of onderliggend verlangen

Een thema dat in bijna al mijn coachings een plek krijgt - omdat het de kortste weg is naar het hart - is iemands levenslijn. Op allerlei manieren en in allerlei vormen. Nu eens korter, dan weer uitgebreider. Soms vraag ik iemand om die lijn te tekenen, andere keren stellen we bijvoorbeeld het gezin van herkomst op. Maar het helpt eigenlijk altijd om terug te keren in de tijd, en te zien waar iemand vandaan komt, wie diegene was (lang) voordat het vraagstuk waar de coaching over gaat zich manifesteerde. Of te bedenken waar iemand naartoe wil… wat komt er hopelijk allemaal nog?

 

Waar kom je vandaan, wat heeft je gevormd, wat maakte je mee dat je huidige reactie op het vraagstuk kleurt, … Het zijn vragen die helpen om achter de coachvraag te kijken. Iemand komt vaak met een cognitieve vraag binnen: ‘ik heb een narcistische directeur en ik raak uit mijn kracht, ben niet meer effectief. Hoe kan ik hier beter mee omgaan?’ Maar daar zit altijd een wens achter. Iets wat nog niet gezegd wordt, maar wel belangrijk is. Wat er ook wil zijn. Om daarbij te komen heb je rust en ruimte nodig, en rake vragen, zoals Siets Bakker ze noemt. Je kunt wel een goeie vraag stellen, maar een rake vraag gaat naar het hart. En dat merk je meteen. ‘Schets je directeur en hoe jij met diegene werkt eens?’ kun je bijvoorbeeld verdiepen met: ‘jullie interactie, doet die je ergens aan denken?’ of ‘hoe jij hier nu op reageert, is dat ergens een oplossing voor?’. Het systemisch perspectief biedt veel mooie aanknopingspunten voor vragen die de coachee in aanraking brengen met wat er voor diegene werkelijk op het spel staat, of wat hij ten diepste wil.

 

Hoofd – snap ik mezelf? En kan ik kiezen voor hoe ik kijk?

Een onmisbaar element in coaching is natuurlijk ook het hoofd… en daarmee bedoel ik iemands overtuigingen en gedachten. Je kunt als coach bijvoorbeeld de logische denkniveaus van Dilts / Bateson aflopen. Een oefening die helpt om te doordenken hoe een situatie zich manifesteert, wat iemand dan doet, welke bekwaamheden hij wel of niet inzet, en wat daaronder aan overtuigingen en gedachten ligt, diepere waarden en zelfs iemands levensmissie: wie wil je zijn? Door met gerichte vragen als het ware heen en weer te lopen kan iemand belemmerende overtuigingen op het spoor komen, of ontdekken welke waarden er echt toe doen. Het zijn eigenlijk ordeningsvragen, je maakt overzicht: hoe werkt het bij mij? Zo’n beter begrip van jezelf helpt je als coachee nog niet uit de situatie, maar je voelt vaak wel onmiddellijk meer regie, inzicht en vaak ook zelfcompassie. Het kan hier ook helpen om als coach wat handvatten te schetsen om een perspectief te schetsen en te ‘normaliseren’. Als mensen hun vraagstuk of patroon kunnen uittekenen in termen van transactionele analyse of een dramadriehoek of invloedstijlen of welk beschrijvend model dan ook, heeft dat vaak een bevrijdend effect: ‘ik zie wat er gebeurt, waar ik in vast zit’.

 

Voorbeelden: hoe het kan gaan

Hoe krijgen deze invalshoeken allemaal een plek in coaching? De coachee die binnenkwam met de vraag over haar directeur had bijvoorbeeld echt baat bij de ontspannings- en ademhalingsoefening aan het begin van het gesprek. Vanuit iets meer rust konden we naar haar levenslijn kijken en ontdekken waar het voor haar om draait. Van huis uit had ze meegekregen dat je negatieve emoties beter kan wegstoppen: ‘morgen mag je huilen’. Ze associeerde dat met doorzettingsvermogen en veerkracht en hechtte daar ook aan. Het maakte echter ook dat ze maar doorging, terwijl ze in deze situatie eigenlijk grenzen wilde stellen en snakte naar een doorbraak. Dat besef gaf haar de rust om te gaan onderzoeken: wat speelt er precies? Wat is mijn aandeel in het patroon? Hoe zou ik het kunnen doorbreken? Het gaf haar de moed en de techniek om in een eerstvolgende interactie met haar directeur anders te reageren. Zijn gedrag veranderde niet, en de interventie bracht ook niet wat ze hoopte, maar ze voelde wel regie, en dat maakte voor haar alle verschil.

 

Of neem de teamleider met Marokkaanse roots die bij me binnenkwam. Een harde werker, die zichzelf en anderen soms voorbijliep. Hij was op het punt dat hij zag dat dit niet meer ging, hij raakte vermoeid en zijn team kon hem soms niet bijbenen. Een opstelling van zijn gezin van herkomst bracht hem in contact met het moment waarop hij op school al was begonnen met ‘hard werken’. Dat wilde hij heel graag doen voor zijn ouders, die veel hadden opgegeven om hier een nieuw bestaan op te bouwen. En het maakte hem trots. Daarnaast kwam ook het beeld naar voren van een klein jongetje dat heel graag las, zich terugtrok en nadacht over van alles en nog wat. Door die kant van zichzelf ook weer te omarmen kwam er meer balans. Zijn identiteit van ‘harde werker’ kon overeind blijven, maar door er zijn filosofische en reflectieve kant meer naast te zetten ontstond een ander evenwicht. Op het moment dat we in de coaching even stilte maakten om adem te halen en te voelen hoe het vraagstuk nu voelde, kwam die ‘klik’ bij hem. Daarna was er eigenlijk weinig meer nodig. Hij kon bijna als vanzelf meer rust nemen in zijn dagelijkse routine. Om bijvoorbeeld een gesprek aan te gaan, zich te verdiepen in een vraagstuk of persoon, of gewoon even niets te doen.

 

Er stevig staan als coach

Wat doe je als coach om dit soort zelfonderzoek op alle niveaus mogelijk te maken? Voor mij is vooral de kern om zelf ook op al die niveaus aanwezig te zijn. Dus bereid ik me goed voor, bijvoorbeeld door op tijd in de ruimte te zijn en zelf ontspanningsoefeningen te doen. Tijdens het gesprek probeer ik dan zoveel mogelijk om in het moment te luisteren en te voelen wat er ook nog gezegd wil worden. Laatst hoorde ik iemand die dat omschrijft als: ‘in het hier zijn’, in plaats van in het hier-en-nu. Dat is wat eenvoudiger vind ik, en ook krachtiger. De vraag ‘hoe is het hier?’ is eigenlijk een heel mooie vraag, die helpt om in te dalen en te begrenzen.

 

Het vraagt soms ook stevigheid. Als coach kun je ook even op het pad van de ander gaan staan, als je ziet dat de coachee maar doorwandelt… De vraag naar het jongetje onder alle lagen van ‘moeten’ en ‘willen’ kreeg niet vanzelf aandacht bijvoorbeeld. En de vraag ‘wanneer is ‘huilen is voor morgen’ niet alleen iets goeds, maar juist iets wat je weerhoudt?’ was ook echt even nodig. Daar zit denk ik je meerwaarde als coach. Dat je ruimte maakt - door te luisteren, maar soms ook door te begrenzen of iemand een ander pad te laten inslaan. Altijd zonder oordeel, en met ruimte voor hoofd, hart en buik van de coachee en van jezelf.

 

Inspiratiebronnen:

  • Wielink, J. van en anderen (2022) Het ambacht van de secure base coach: transitie mogelijk maken. Boom uitgevers. 
  • Bakker, S. (2018) Rake vragen: breng beweging in situaties die vastzitten. Het Noorderlicht.
  • Stam, J. J. & B. Schreuder (2017) Systemisch coachen: systemisch werk zonder opstellingen. Het Noorderlicht.
  • Handout logische niveaus van denken Bateson & Dilts