De voorbije jaren werkte ik vaak rond waarden en organisatiecultuur. Naar aanleiding van Licht op Leren - opgezet door het VOV -leerden we met één van de werkgroepen heel veel over hoe organisaties met waarden aan de slag gaan. We deelden dat vervolgens met een breder publiek tijdens de conferentie en via het daarna verschenen boek 'Waarom mensen opstaan op maandagochtend. Motiveren met resultaat'.
Waarden als kompas
In gesprekken over waarden merk ik echter nog vaak dat mensen denken in termen van “goede” en ”foute” waarden en in vastomlijnde beelden van de manier waarop je een bepaalde waarde in praktijk hoort te brengen. Als mens heb ik inderdaad waarden die me nauw aan het hart liggen, die ik elke dag opnieuw – met vallen en opstaan – probeer in de wereld te zetten. Zijn dat dan DE waarden? Natuurlijk niet! Als individu zie ik waarden als een soort kompas van waaruit ik mijn leven probeer te ontwerpen. Daarbij slaag ik er vaak in – en ook soms niet – om oordeelvrij te blijven in relatie tot mensen die andere waarden nastreven.
Regels perken in, waarden scheppen ruimte
Ik merk dat de invulling van de waarden die me nauw aan het hart liggen ook evolueren naargelang ik levenservaring op doe. Er komt soms meer ruimte in de manier waarop ik ze probeer in praktijk te brengen. Een goede ontwikkeling: te veel rigiditeit verlamt leren en ontwikkeling, wat we als mens heel erg nodig hebben in een snel veranderende wereld. Op het moment dat waarden vertaald worden in een blauwboek met leefregels, dan verliezen ze hun vormgevend en generatief karakter. Dan denk ik meteen aan woorden als: star, orthodox, rigide, fundamentalistisch, … . Je krijgt dan regels die iets vastzetten, terwijl waarden juist ruimte bieden en een kompas kunnen zijn in verschillende en beweeglijke contexten. Wanneer je geconfronteerd wordt met een nieuwe situatie, dan helpt een blauwboek met regels niet om op je pootjes te vallen, want dat is gebouwd op wat was en niet op wat komt... Een aantal waarden – vaak vertaald in principes – helpen je dan om te gaan met die nieuwe omstandigheden. En net daarom zijn ze zo waardevol voor organisaties!
Hebben organisaties waarden ?
Een organisatie op zich heeft eigenlijk geen waarden. De mensen van een organisatie zijn de waardendrager, zij bepalen daarmee de cultuur van een organisatie. Waarden zijn dus niet iets wat een directie kan opleggen, afdwingen, injecteren,…. Iets dat helaas nog te vaak geprobeerd wordt met posters, evaluatienota’s, charters,…. Je hebt dan enkele mensen die bepaalde waarden belangrijk vinden (of vinden dat anderen die waarden belangrijk zouden moeten vinden). Dat worden dan meteen de organisatiewaarden die dan ook nog eens waterdicht uitgeschreven en elegant opgelegd worden in een soort gedragscode en/of value statement. Eens alles vastgebeiteld is, stopt echter juist de mogelijke meerwaarde van werken met waarden.
Sommige organisaties hebben geen uitgeschreven waarden, terwijl ze wel heel waardenconsistent zijn. Daar leerden ze dat het telkens opnieuw in gesprek gaan over waarden - dit in relatie met de dagelijkse werkrealiteit - er voor zorgt dat deze beginnen te leven bij mensen. In dat soort omgevingen gebruikt men waarden – zoals ik reeds eerder aangaf – als kompas, als richtsnoer, … . Als men geconfronteerd wordt met een bepaald probleem (ontslag, aankoop, herstructurering, investering, promotie, aanwerving, implementatie van een nieuw systeem, fusie, overname, …), dan gebruikt men waarden om op een consistente manier tot een goede beslissing te komen. En net dit zorgt er voor dat mensen de dragers worden van die waarden. Zo worden waarden trouwens heel aards en praktisch, terwijl ze nog te vaak als iets wolligs of zweverigs worden gezien.
Inspiratie om aan de slag te gaan
Omdat dit thema me heel erg boeit, omdat ik zie wat er gebeurt met mensen als er rond waarden wordt gewerkt, omdat regels en procedures de beweeglijkheid van organisaties ontzettend afremmen en waarden net het aanpassingsvermogen en de beweeglijkheid van mensen stimuleren in een snel veranderende maatschappij, houd ik ervan om goede voorbeelden op te zoeken in mijn werkomgeving maar ook in de literatuur. Die voorbeelden inspireren me in mijn werk als adviseur en die inspiratie deel ik graag …
Een schitterend verhaal op dit gebied is dat van de KMDA (Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen). Recent gepubliceerd in het boek van Anja Stas: Olifantenmarketing: Hoe het olifantje Kai-Mook een love brand werd. Een inspirerend verhaal over hoe je aan een bijzondere community kunt bouwen. Een community waar mensen bij willen horen, waar mensen aan willen bijdragen, waar mensen hun talent voor ter beschikking willen stellen …
Dat is volgens mij een mooie weg voor organisaties en daar slaagde de KMDA op een excellente manier in. Dit is een inspiratiebron voor tal van organisaties, die dringend nood hebben aan wat meer positieve energie … !
Bronnen om verder te lezen:
-
Anja Stas : “Olifanten marketing. Hoe het olifantje Kai-Mook een love brand werd.”
-
Nicholas Ind : “Living the Brand. How to transform every member of your organization into a brand champion.”
-
Richard Barrett : “Liberating the Corporate Soul.”
-
Jan Weverbergh (red.) : “Waarom mensen opstaan op maandagochtend. Motiveren met resultaat.”