"Dus wat we hier in scène zetten is het gesprek tussen jou en de divisiedirecteur."
"Dat klopt. Ik heb dat gesprek zo'n beetje voor ogen."
"Wat maakt het gesprek zo moeilijk voor je?"
"Ik kan hem gewoon niet bereiken. Hij wil niet praten, is ongeduldig en achterdochtig. Het geeft me elke keer een onzeker gevoel."
Herken je dit ook? Er komt een moeilijk gesprek aan of je moet een vervelende boodschap overbrengen. Iemand ergert je, triggert je, je trapt steeds weer in dezelfde val, of je bent ontevreden over het resultaat.
Soms helpt het om het geheel gewoon te oefenen.
Het liefst natuurlijk met de persoon over wie je het hebt. Want dan leren twee mensen tegelijk en is er geen overdracht nodig. Maar dat werkt niet altijd: soms is de situatie te persoonlijk, soms past het tijdstip niet, soms gaat het over zaken die niet geschikt zijn om te oefenen met de persoon om wie het gaat. In zo'n geval helpt het werken met een trainingsacteur.
Hoe het werken met trainingsacteurs is ontstaan
Het idee hiervoor gaat vele jaren terug, toen Kessels & Smit in de jaren tachtig door de Nederlandse politie werd gevraagd om hen te helpen hun basisopleiding te reorganiseren. Omdat wij leren altijd zoveel mogelijk in het dagelijks leven organiseren, was onze aanpak ook hier om de cursisten mee te laten lopen met ervaren collega's, hen zelf feedback te laten geven en op het betreffende moment zelf verschillende handelingen uit te laten proberen en te reflecteren. In dit specifieke geval bereikten we echter onze grenzen, want hoe moet dat bijvoorbeeld werken bij huiselijk geweld? Wanneer adrenaline en emotie een grote rol spelen en er zeer snel gehandeld moet worden? Wanneer leren op het werk niet veilig is of er veel op het spel staat?
De collega's dachten dat het het beste zou zijn om te werken met mensen die de situatie heel realistisch konden uitbeelden en tegelijkertijd de betrokken politiemensen reflectieve feedback konden geven. Het idee van trainingsacteren was geboren: professionele acteurs die extra getraind zijn om mee te bewegen met de tegenpartij (d.w.z. om anders te reageren op veranderde acties) en om feedback te geven, zowel als acteur als vanuit hun rol. De politieagenten moesten omgaan met hun eigen zeer reële emotionele toestand op het moment van agressie terwijl ze professioneel acteerden. Na afloop kregen ze specifieke feedback over wat ze bij hun tegenhangers losmaakten en hoe het eventueel beter kon.
Ook in minder dramatische situaties werken we graag met trainingsacteurs, omdat we regelmatig ervaren dat de oefenaar in korte tijd veel en efficiënt leert.
Impact en hoe het werkt
Waarom is het zo nuttig om met trainingsacteurs te oefenen?
- Ik kan verschillende opties uitproberen;
- Ik kom te weten hoe wat ik zeg eigenlijk overkomt op de persoon met wie ik praat (door de trainingsacteur uit zijn rol te vragen wat de gesprekspartner denkt, voelt of waarneemt);
- Ik kan woorden of zinnen uitproberen die ik normaal gesproken niet in mijn repertoire heb en misschien zelfs vreemd vind;
- Ik kan nieuwe dingen uitproberen en meteen de reactie bij de trainingsacteur ervaren;
- Ik begrijp de dynamiek in dit gesprek en welke rol ik daar zelf in heb;
- Ik ervaar het effect van mijn veranderde handelingen onmiddellijk in de veranderde reactie van mijn tegenspeler.
We richten ons op een korte scène, waarbij we inzoomen op het heel concrete moment waar de uitdaging ligt. Er zijn 3 verschillende rollen: de persoon die oefent, de trainingsacteur en de facilitator. Deze laatste verduidelijkt in het begin wat de oefenaar precies wil bereiken (dit besef alleen al is vaak een eerste nuttige interventie). De trainingsacteur vraagt naar typische zinnen en gedragingen van de tegenpartij en verplaatst zich in enkele seconden in diens plaats.
Een oefenreeks duurt 30 tot 60 minuten. De facilitator begeleidt, observeert en maakt korte reflecties mogelijk door middel van time-outs, analyseert de dynamiek tussen de twee personen en doet (soms directe) suggesties over wat de oefenende persoon anders kan doen. Het effect van deze andere actie is onmiddellijk, wordt ervaren met alle zintuigen en is intellectueel begrijpelijk. Alles speelt een rol in de praktijk: Lichaamshouding, blikken, innerlijke houding, woordkeuze, pauzes. Dit zijn zeer geconcentreerde, intense minuten.
Het geheel is geen coaching, het gaat om oefenen en uitproberen. Het gaat om je eigen, nieuwe waarneming en een uitbreiding van je eigen speelveld. Met als voordeel dat je dit vanuit verschillende perspectieven doet en ook vanuit heel verschillende perspectieven feedback krijgt van de facilitator, de trainingsacteur en vanuit de rol. Deze oefening is rijk en heeft een blijvend effect.