Weg werken of werken aan de weg?
We doen het weer. Sterker nog, we zijn het nu aan het doen. Voor de start van de zomer en vakantie werken we op een andere plek. Een weg werk week. Om moet-jes weg te werken. Om wil-tjes uit te schrijven en juist nog snel op te starten. We schrijven. Lezen. Maken. Praten. Denken met elkaar mee over vage ideeën en praktische planningen.
Vorig jaar deden we een experiment op Ameland. Dat slaagde met vlag en wimpel. Dit keer zijn we in Ugchelen, vlakbij Apeldoorn. Voor een weg-werk-week 2.0, de verbeterde versie. Om te beginnen zijn we met meer mensen (Sanne en Joep zijn ook mee) en zijn we dichter bij huis. Maar we zijn ook iets minder dagen op pad. Zo experimenteren we met de optimale weg-werk manier.
Uitrusten – daar begin je mee vóór de vakantie
Dinsdagavond kwamen we aan en de moeheid overviel ons direct. Met rode ogen aan het diner. Toch een tweede glas wijn maar daarna dan wel echt naar bed. Ieder van ons had zich al voorbereid op de week door een to-do lijst te maken. Tijdens de aankomst helpen we elkaar met het aanscherpen van ieders focus. Wil je niet te veel doen? Wat is handig om eerst te doen? En waar kunnen we elkaar voor gebruiken?
Aan het werk
Het maken van een gerichte to-do lijst heeft een krachtige werking. Je denkt misschien dat een goede to-do lijst altijd heel gericht is. We komen erachter dat dit niet perse klopt. Het gaat niet zomaar over alle dingen die je er op zet, maar ook wáár ze een beroep op doen. Wat vraagt actie. Waar wil je over nadenken? Wat wil je schrijven? Wat wil ik bespreken? En lezen? De dingen waarover we dachten te willen schrijven blijken eerst toch nog denkwerk te vragen. En een idee dat we wilden bespreken.. daarvoor is het juist nodig om eerst eens wat op papier te zetten. Wat je denkt dat iets vraagt aan type activiteit is dus niet altijd voor de hand liggend.
De diepte in
We hebben een vast werkritme. Werkblokken van 90 minuten aaneengesloten werken. En dan een pauze, ongeacht hoe lekker je gaat. Benedictijns werken heet dat. We maken het daarmee makkelijk voor ons zelf om diep te werken zoals Carl Newton dat noemt. Geconcentreerd en gefocust werken aan nieuwe dingen waar je echt hard voor moet denken. We combineren ‘dubbelmodus’; af en toe in het jaar je een tijd afzonderen en ‘ritmisch werken’; elke dag een paar uur tijd maken. We zijn weg van afleiding, ieder heeft een eigen werkruimte. En we werken tijdens de eerste werkblokken van de dag aan de dingen die diep werk vragen.
Afbouwen of opbouwen?
Na al dat diep en ritmisch werken lonkt de zomer. Een periode van uitrusten. Of in ieder geval van rustiger aan. Om dat te kunnen doen moet je voor-rusten. Relaxen om daarna pas op te laden. Is het de fysieke moeheid eerst toelaten zodat hij langzaam omhoog kan kruipen naar je hoofd? Hij neemt je mee in minder nadenken en meer laten gebeuren. Of is het andersom, dat je je hoofd leegmaakt waardoor je daarna af kunt dalen in je lijf? Omhoog kruipen of omlaag glijden, het maakt misschien niet eens uit. In beiden zit iets van geen moeite doen. Of niet te veel iniedergeval. Na het wegwerken zijn we toe aan weg zijn.